ZIJT GIJ DE KOMENDE, OF HEBBEN WIJ
EEN ANDER TE VERWACHTEN? (Mt. 11,3)

Deze vraag komt van de adventsfiguur Johannes de Doper. Hij gaf zijn leerlingen de opdracht om deze vraag aan Jezus te stellen. Johannes kon deze vraag niet rechtstreeks stellen, want het is stil geworden om hem heen. Hij werd door Herodes gevangen genomen en zit in de kerker van Massada. Wie in de gevangenis zit, kan niet ver kijken. Er zijn muren om je heen opgetrokken. Je ziet alleen maar nog je eigen twijfels en je eigen zorgen. In een gevangenis heb je tijd om na te denken. En veel nadenken roept meestal ook veel vragen op.

Wie nadenkt ontdekt allereerst zijn of haar onzekerheden. Deze onzekerheden teisteren je innerlijk. Dat is herkenbaar voor iedere mens. We worstelen allemaal wel eens met levensvragen. Immers het leven is complex en niet op elke levensvraag komt een pasklaar antwoord. Zo duidelijk is het leven nu eenmaal niet. En als Jezus antwoord geeft op de vraag van Johannes, dan verwijst Hij naar de werken waarvan Johannes de Doper al gehoord had. Niets nieuws onder de zon. Of misschien toch? Wellicht de toegevoegde waarschuwing: “Gelukkig diegene die geen aanstoot aan Mij neemt.”

Is de vraag van Johannes ook niet de onze? Wie of wat verwachten wij eigenlijk? We zijn niet onbewolkt gelukkig. Om ons heen treffen we steeds meer verzuurde mensen aan. Ondanks alle welvaart, voorzieningen, onderwijs, communicatie en vrije tijd groeit het onbehagen. Het maatschappelijk ongenoegen is uit de onderbuik ontsnapt en viert hoogtij in de media. Het publieke debat is verziekt. Mensen zijn tot op het bot verdeeld. Er worden muren tussen opgetrokken in plaats van geslecht. We gaan van kwaad tot erger.

Hoe moet dat verder? Christenen kijken in de advent verder dan de muren die om ons heen zijn opgetrokken. Ze stellen vandaag een teken van hoop door de derde adventskaars te ontsteken. Want het is zondag Gaudete. Gaudete (‘Verheugt u') is het eerste woord van de gregoriaanse intredezang. Verwijzend naar een tweevoudige vreugdevolle verwachting. Het Kind in de kribbe laat niet meer lang wachten. Én Jezus is onze toekomst, over de dood heen. Daarom wordt het sobere paars van de verwachting al vermengd met het helder wit van Kerstmis: roze is het resultaat.

Vandaar verzamelen tienduizenden Romeinse kinderen zich vandaag rond het middaguur op het Sint Pietersplein. Ze dragen allemaal het kindje Jezus (il Bambinello) bij zich. Op kerstavond zal dit beeldje thuis in de kribbe gelegd worden. Paus Franciscus zegent de beeldjes want Jezus brengt vreugde in huis en in onze samenleving. Want wie inziet dat God ons in Jezus heel nabij is gekomen, zal de hoop op een beter leven en een betere samenleving niet verliezen. Hij of zij zal bruggen slaan in plaats van muren bouwen.

Christenen leven in de grote zekerheid die hoop heet. En hoop doet leven. En die hoop bestaat hierin dat ons leven en de geschiedenis ondanks alle mislukkingen, houvast vinden in de kracht van de Liefde. Die Liefde van God voor de mensen eren we eerstdaags in de kribbe. Het Kind in de kribbe is de glimlach van God. Jezus kan ons de moed geven om te handelen en te volharden, tegen aardse beter weten in. Laten we ons bevrijden uit de gevangenis die we zelf bouwden om ons heen. Het derde licht van de Advent is ontstoken. Voor wie het zien wil; een teken van Gods aanwezigheid in ons leven.

(Eugène Dassen)