IK ZAL U DE SLEUTELS GEVEN
VAN HET RIJK DER HEMELEN (Mt. 16,19)
Aan wie geef je de sleutels van je huis? Wie geef je toegang tot je hele hebben en houden? Toch alleen maar aan iemand die je vertrouwt? Aan iemand met wie je vertrouwd bent. Iemand sleutels in handen geven is een kwestie van vertrouwen. Petrus wordt door Jezus aangesteld als sleuteldrager, hem wordt een sleutel toevertrouwd. Nu kunnen we de wenkbrauwen fronsen, is dat wel zo verstandig? Onlangs hoorden we in het zondagsevangelie dat Petrus kopje onder ging. Jezus moest hem uit het water trekken.
Petrus is vaak stoer, maar als het erop aankomt is hij ook wel eens bang. “Ik-ik-ik , ken die man niet!” zo blijkt uit het bekende lijdensverhaal. Uitgerekend Petrus verloochent Jezus. De ene keer is Petrus een “petra” – een rots: een kei van een kerel. En de andere keer evenzeer een steen des aanstoots. Wat maakt, dat Jezus dan toch aan deze man zijn sleutels toevertrouwt? Wat maakt Petrus tot sleutelhouder? Uiteindelijk niets meer en niets minder dan zijn geloof in Jezus Christus als de Zoon Gods.
Petrus betekent zoals gezegd rots, steenrots. Steen en rotsen zijn duurzaam, ze kunnen stormen doorstaan. Een steen draagt, daarom maken we gedenktekens meestal van steen. Op een steen kun je bouwen, ook een kerk. De Kerk is op de eerste plaats gemeenschap. Zij wordt samen geroepen. Zo ontstaat een familie van God, een familie van mensen. Een familie heeft een huis nodig, dit moet beschermen en behoeden, het moet duurzaam en veilig zijn.
Zo een is huis niet op het zand van grillen gebouwd, op de waan van de dag. Zo een huis moet je bouwen op de rotsgrond van trouw in goede en slechte dagen. Zo wil Jezus een kerk bouwen, want er komen stormen, maar de poorten van deze helse stormen zullen haar niet overweldigen. Waarom niet? Omdat de Kerk van Jezus niet is gebouwd op een rots als gedachte, als een symbool, maar al tweeduizend jaar lang steeds op een mens van vlees en bloed.
Wat uiteindelijk de doorslag geeft om Petrus te midden van de andere leerlingen een sleutelpositie toe te vertrouwen zijn niet zijn pluspunten of minpunten. Doorslag geeft zijn oprecht geloof in Jezus. En daarmee is de sleutelpositie meer aan hem gegeven dan zichzelf eigen gemaakt. Petrus wil ten diepste van Jezus houden en in verbondenheid met Hem leven. Want voor hem is Jezus de zoon Gods: de Mensenzoon. In wie God zich helemaal uitspreekt en wegschenkt aan zijn volk.
God wil toekomst wil scheppen met mensen die van binnenuit met Jezus verbonden, hun leven inrichten. Niet zozeer onze bekwaamheden en verdiensten maken op God indruk, maar onze innerlijke bezieling raakt Hem. En Hij rekent ons daarbij gelukkig niet af op onze fouten en tekortkomingen. Die neemt Hij om zo te zeggen op de koop toe! Een en ander roept ons daarom dan ook op onze inzet binnen de samenleving en in de parochie voortdurend bij te stellen.
Maastricht maakt zich intussen op voor de zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart in 2018 met als thema “Doe goed en zie niet om”. Talloze mensen pelgrimeren naar het graf van Sint Servaas. Ook hij is met een sleutel afgebeeld. Ook hij is door God gegeven om ons de hemel te ontsluiten. Sint Petrus en Sint Servaas: ze reiken ons een sleutel aan naar een geluk dat altijd duurt, dat niemand overweldigen kan, dat daarom "hemels" heet. Hun boodschap opent de toegang tot het Rijk der Hemelen; tot de wereld van God.
Wanneer in Maastricht de relieken van talloze heiligen worden getoond dan worden we opgeroepen om in hun voetspoor te treden. We worden aangemoedigd de sleutel aan te nemen die zij ons aanreiken. Ze zeggen immers Petrus na: “Jezus, Gij zijt de Christus, de zoon van de levende God”. Laten we mensen zijn aan wie God in deze tijd sleutelposities kan toevertrouwen.

(Eugène Dassen)